Wace

Wace als overgangsfiguur tussen Germaans en Romaans. 

 

Wace R, Le roman de Rou et des ducs de Normandie (12de eeuw)

 

editie van Frédéric Pluquet Rouen 1827

 

 

Het boek is in het Frans  maar de Germaanse invloed is nog duidelijk aanwezig.

 

Lijst van tot nu toe gevonden woorden met een 'Nederlands' substraat:

 

 

ainz (van eens, vroeger)

Alge (Auge)

Amineiz (Frans: Amiénois)

arer (van aren, ploegen, bebouwen)

arve (Frans: Avre)

asraz (als ras, alras, zo vlug als mogelijk)

attache (van stake)

Auremen (Alremen, allerman, variatie op 'alleman', Frans: Aurigny)

Baieves Bajeues (Frans: Bayeux)

Baldewin Baldouin (Frans:Baudouin, van Baldwin, Boudewijn)

Barbeflie (Frans: Barfleur)

bedeau (van *bidil, bode)

ber (van ber, baron)

Bleis (Frans: Blois)

boesline (van boeglijne)

brachez (van brakken, honden)

braies (van broeks, broeken)

brand (van brand, zwaard)

brandissant (van brandend)

bref (van brief) Latijn had voor brief 'epistola' dat in het Frans 'épitre' werd. Later is men volgens mij de verwantschap met 'bref', iets van korte duur (Latijn brevis) te veel gaan benadrukken.

bruil (van bruul briel)

Chierseborc (Frans: Cherbourg)

coussen (van cousen, maliënpijpen)

cuart (van 'cuwar't of 'coenaard' en met omgekeerde betekenis, van dapper naar laf.  Het Oudfranse 'couard' werd ook in Vlaanderen gebruikt)

dérober (rober) (van roven beroven)

draz dras (van dracht, kledij)

Drewe (Frans: Dreux)

eirer errer (van erren, wandelen zwerven dwalen)

Elve (Frans: Eaulne)

enz (van erin)

espoit (épeiche, van specht)

Eschard (Schelde)

escharz (van schaars)

esmoldre (van West-Vlaams smalder, smaller)

espée (van speer)

estaut (van staand, rechtop)

estor (van stoor storinge, verwoesting)

estoutie (van stout, moedig)

estrain (van stro, strooien)

estramier (van stramien, grof weefsel)

estriver (van strijven, striven, bekvechten)

esturmenz (van stuurmans, stuurmannen)

Everwic (York, van Everwijk)

ewe (van water, rivier)

favelar (van favelen, vertellen)

fel (van fel)

fel (van vel, huiden, niet hetzelfde als fel, hevig)

froc (van frak, mansrok)

fuerre (van voer voeder)

gaber (van gabben, gekheid maken)

gandin (van wenden en gaan, of gaande)

garochier (van wringen en wranc)

gent menne (van gemeen volk, gewoon volk)

geseit (van gezet, vertaald als rustte)

gibet (van gift)

gilde (guilde): nostre gelde (onze gilde, onze dienaren)

guinder (van winden)

gonfanonz (van gundfane, gondvane, strijdvaandel)

gratter (van kratten: krabben)

grès (van gruis)

haulmes (van helms, helmen)

hart (van hard: koord)

hâter (van haasten)

herberger herbergie (van herbergen, logementen)

hochier (van hutsen: door elkaar schudden, denk aan hutspot, F: hochepot)

housse (van hoes)

isnelle (van snel, vlug)

itant atant (van instant, op dit moment - terwijl ik in die stand ben)

Karles (Frans: Charles, van Karel, Kerel)

lait: il lait (hij laat)

leidir (van leiden, van afzien naar slecht behandelen)

leu: li leu (van leu leeuw, hier vertaald als wolf)

lice (van lijst, boord)

Lisewis (Frans: Lisieux)

Loewis Loeis (Germaansere vorm van Louis, van Ludwig)

Lohier (Frans: Lothaire)

maçon (van maken)

maniers (van maniers, manieren)

marche (van mark, grens)

marchier (Frans: marcher, van marken, een spoor achterlatend)

marri (van morren)

mei (mij)

meschine (van meisne, meisje)

meute (meute, samen uit Oudfrans muete?)

moie fille (mooi meisje)

Monsteroil (Frans: Montreuil)

Moretein (Frans: Mortain)

mote (Germaans? Frans: motte)

muchant (van muikend: zich verbergend)

Newstrie (Frans: Neustrië)

Noon (Frans: Noyon)

nord (van noord)

Normanz (Normand: Nortman)

Norwege ('Noorwegen')

oille (van ooi)

Peitiers (Frans: Poitiers)

Perune (Frans: Péronne)

provende (van provende, prébende is Frans, maar toch staat hier de Vlaamse versie)

pulz (van pols)

rains (van reins reen, grens aan akker of bos)

rechigner (van kienen of kene)

Rin (Rijn)

ris (reef rif)

Roem Rotama (Frans: Rouen)

Roobec (Robec, rode beek)

rostir (Frans: rôtir, van roosten)

Sessonne (Sassen, Saksen)

sigler (van zegelen, zeilen)

sist (van zit)

soef (van zoft zofte soft, zacht)

soelent (van zullen)

Some (van Zomme, Frans: Somme)

talevasser (van talevasten-dalvasten, naar beneden vastmaken)

Teruane (van Terwane, Frans: Térouanne)

Tenchebraye (van Tinkebroek)

tref (van treffen, samentreffen, geëvolueerd naar de tent waar men samenkwam)

treu tréu (van true trieu, trouw getrouwen, vertaald als 'tribut')

trosel d'herbes (van een trossel/tros kruiden)

trot (van trot, trotten)

ure (van ure, uur)

véerer (van weren)

veie: la veie (van de weie, de weg, verwant met Latijn 'via')

velles (van vellen, officieel uit Oudfrans voile-latijn velum, of gewoon uit vel uelli )

Veulquessin (Frans: Vexin)

waster gaster (van woesten, verwoesten)

Willeme Willame (Frans: Guillaume, van Wilhelm, Willem)

 

 


 

Wace beschrijft (Roman de Rou, v. 7323-7342) het liederlijke gedrag van de Engelsen voor de slag van Hastings (1066). Hij laat niet na te tonen dat hij zijn Germaanse woorden wel kent.

...Bublie crient et wesseil

e laticome et drincheheil,

drinc hindrewart et drinctome

drinc helf e drinc to de...

N: bublie: be blie: wees blij

N: wesseil: wees heil: wees gezond

N: laticome: laat het (drankje) komen

N: drincheheil: drinke heil: drink op heil (drink op onze gezondheid)

N: drinc hindrewart: drink ginderwaarts (ghinder en ghinswaert op INL): drink daar

N: drinctome: drink te mij: drink op mij (op mijn gezondheid)

N: drinc helf: drink helft: drink de helft (van uw glas uit)

N: drinc te die: drink tot die: drink op jou

(Het lijkt logisch dat Wace hier zijn eigen continentaal Germaans gebruikt om de manieren van de Engelsen te beschrijven. Het zogezegde Engelse Angelsaksisch en het Vlaams-Fries-Saksisch... van Jersey waren nog gelijkaardig.)

 


 

Wace startte het werk volgens Wikipedia in 1160. In 1170 bracht hij er de laatste verbeteringen aan.

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb