Willibrord (658-739) en Kortrijk

 

 

Willibrord

Willibrord betekent zoveel als 'met de speer of brord van Willi'. De naam kan een soort beschermingsformule zijn geweest: Dat de speer van de wil u bescherme! Hij was de zoon van een Noordhumberse Saks die Willigis – dat de pijl van de wil u bescherme – heette.1 Het gezin was misschien arm, want Willibrord werd al op zevenjarige2 leeftijd oblaat of kindermonnik in de abdij van Ripon. Hij raakte er bevriend met zijn leermeester, de abt Wilfred. De te Roomse Wilfred werd in 678 als bisschop, door eerder Keltisch geïnspireerde monniken verdreven en Willibrord vertrok met nog andere monniken naar Rathmelsigi in Ierland, waar hij een goed decennium later tot priester werd gewijd.

In 690 kwam Willibrord in Francia-Frisia aan, in de mondingen van de Renus. Die bocht met de mondingen strekte zich uit van de zuiderse kaap Blankenesse (Witternesse) tot aan de zeemonding van de Rijn in het noorden. Willibrord moest geen speciale voorzorgen nemen voor zijn scheepstocht naar het vasteland, wat sterk doet vermoeden dat hij niet ver over zee moest. Op die manier moeten we zijn aankomst zoveel mogelijk in het zuiden proberen te traceren, daar waar men overtochten gewoon was en waar het kleine aantal zeemijlen zorgde voor het minste gevaar. Wellicht kwam hij niet alleen, maar alleen de naam Suidbert (Switbert, ±647-713) kon tot nu toe aan hem worden gelinkt.3 Waar hij aankwam, kon alleen de streek van Frans-Vlaanderen tot Zeeland zijn, het oude Friesland waar ondertussen de Franken regeerden of wilden regeren. Willibrord arriveerde kort na een overwinning van Pepijn van Herstal op de Fries Radbod, waarbij die twee tijdelijk vrede hadden gesloten met elkaar.

Willibrord werd rond 710 ontvangen aan het hof van de Denen terwijl de heidense Ongendus (Angantyr) er regeerde. Hij werd hoffelijk ontvangen door de koning en reisde zonder moeilijkheden door diens gebied, maar de inwoners hadden geen boodschap aan die nieuwe god. Vandaar waarschijnlijk dat Willibrord op dat moment geen lovende woorden over had voor de streek en zijn regeerders. Pepijn overleed in 714 en Karel Martel viel – kort na de dood van Radbod in 719 – het Friese rijk weer binnen en onderwierp een deel van de Friezen.

Aquitanië was in de tijd van Karel Martel, opvolger van Pepijn van Herstal na 714, een onafhankelijk (Frankisch) hertogdom en ook de Friezen van koning Radbod probeerden te heersen over hun vroeger verloren gebieden. Het is dus niet onvoorstelbaar dat men opstandige plaatsen zoals Aquitanië, Bretagne, Normandië of de moeizaam bereikbare delta-eilanden en hun omgeving soms buiten de grenzen van het Frankische rijk situeerde. Pepijn had in 689 Frisia citerior ingelijfd bij het Frankische rijk maar in 719 moest Karel Martel dat gebied opnieuw inlijven...

Walcheren

...En de man Gods probeerde buiten de grenzen van het Frankische rijk de stromen van de hemelse leer te leiden... ...leed schipbreuk en kwam terecht bij een eiland in het grensgebied van Friezen en Denen, dat naar zijn god Fosite, door de bewoners Fositesland geheten werd...4
Willibrord hoopte op (persoonlijk) succes en probeerde bij de Denen enkele inlandse catechisten in te zetten. Van een Deense koning kreeg hij daarvoor dertig jongens mee die hem zouden vergezellen naar het 'officiële' Frankenland. Willibrord probeerde heidense Friezen te bekeren o.a. in het gebied van het huidige Zeeland, Maritima Fresia regionis. Eén van de Zeeuwse eilanden was volgens mij Fositeland waar men de Fries-Deense god Fosite of Fosete aanbad. Forsite of Fosite was als Asegod de voorzitter van de rechtspraak en de vrede. 'Voorzitter' is de letterlijke vertaling van fo(r)site. Waarschijnlijk was hij symbolisch aanwezig op ieder Ding. Volgens Willibrord gebeurde dat ook bij een bron op Walcheren. Hij beledigde er het plaatselijke religieuze gevoel:...hij doopte op Fositeland drie personen in een bron die enkel stilzwijgend mocht worden benaderd en vernielde een idool te Walcheren...5 Willibrord was daarbij niet schuw voor wat geweld. De bewaker van het heiligdom die alles wilde verhinderen, kreeg rake klappen van Willibrords gezelschap.
Willibrords taal was bij zijn missionering op het continent nooit problematisch. Dat Willibrord bij de 'Denen' missioneerde kon dan ook geen probleem zijn als we weten dat de 'Denen' in die tijd vooral in Vlaanderen-Zeeland woonden, een streek met een haast gelijke taal als die op het grote eiland.6 Willibrords reizen belichten een belangrijk aspect van de Noordzee rond 700. De vele reizen van missionarissen en pelgrims duiden op een druk maritiem verkeer. De 'Denen' en Friezen waren gewoon aan contacten met buitenlanders.
Voor de Franken waren de mondingen van de grote rivieren zeer belangrijk voor de handel. Die heidense 'Denen' (Danen, laaglanders) met de Friezen (Fresonen, Fresones) en Saksen woonden in dat gebied van de Rijn-, Maas-, Schelde- tot Aamonding. De Frankische regeerders wilden hen aan banden leggen, of minstens deel doen uitmaken van hun grote rijk.
Bronnen en waterputten speelden een grote rol bij het bekeren van de Germanen omdat dit belangrijke plaatsen waren voor hun godsdienst. Vandaar dat de bronnen die met Willibrord te maken hebben, kunnen verwijzen naar oude cultusplaatsen en oude missioneringsgebieden.
Belangrijk om vast te stellen is dat in de zuidelijke Nederlanden Willibrordvereringen een belangrijker en oudere stempel dragen dan in de noordelijke Nederlanden. De heer Joep Rozemeyer hielp mij in een persoonlijke e-mail door K.C.Peeters te citeren die het volgende schreef in 1958: In het aartsbisdom Mechelen waren er 11 St.Willibrordus-parochies, in 37 parochies zijn herinneringen aan Willibrord voorhanden, 25 kerken hebben een afbeelding van hem, 10 kerken hebben relikwieën van Willibrord, op 7 plaatsen gaat men ter begankenis om zijn hulp, er zijn 3 oude Willibrord-kapellen, en in 22 parochies is de doopnaam nog bekend.

Vereringsplaatsen van Willibrord

Vereringsplaatsen van Willibrord zijn te vinden van zuid tot noord, van Frans-Vlaanderen tot het huidige Friesland. Enkele plaatsen krijgen van mij nog een korte bespreking, maar ik zal vooral aandacht schenken aan een nieuwe plaats te Kortrijk, die nog onvoldoende onder de aandacht kwam.

Trecht 

Willibrord staat (na zijn dood) bekend als de apostel van die Friezen en als apostel van de Lage Landen, titels die ook aan zijn voorganger Amandus werden gegeven. Het echte centrum van Friesland plaats ik in die tijd nog in Frans-Vlaanderen. (Zie kaart in mijn boek over de wikingen en ook te zien op mijn webstek.) Hij missioneerde in Vlaanderen, Zeeland, Brabant en Limburg maar de verwijzing naar Utrecht als zijn bisschopsstad is historisch zeer omstreden.7 Mogelijke plaatsen lijken mij ook Arras en Trith te zijn, twee 'trecht'-namen. Arras (Atrecht), eens een residentie van de graven van Vlaanderen en met de voormalige Sint-Vaastabdij (nu museum) die een schrijn bezit met relieken van Willibrordus, of Trith-Valenciennes,8 dat ligt aan de monding van de Schelde en Rhonelle – de kleine Rijn – en dicht bij de abdij van Elnone van Amandus.
Maar Joep Rozemeyer22 heeft in een degelijk opgebouwd boek ook Antwerpen naar voor geschoven als mogelijk Trajectum. De aannames zijn heel goed en duidelijk onderbouwd en we mogen niet vergeten dat Antwerpen een belangrijke heidense plaats was, een emporium zoals Dorestad of Hedeby, waar volgens mij eerst rietbewoners (de rus) de plak zwaaiden – o.a. door tol te heffen – voor ze werden verdreven door 'Denen' (heidense laaglanders) waarna Willibrord voor een omwenteling zorgde door diezelfde 'Denen' aan te vallen om zo van Antwerpen een christelijke plaats te maken. Toch zou Willibrord nog meerdere malen 'miserie' hebben met die heidense 'Denen'.23

Grevelingen

Grevelingen (Gravelines, ooit Graueninga en Greueninga in Frans-Vlaanderen) waar de Aa-rivier in de Noordzee uitmondt, ontstond rond 800 door monniken die het 'blootland' bedijkten. Misschien wisten zij meer over de plaats – Wilbort Sant? – waar Willibrord een goede eeuw eerder, waarschijnlijk aan land kwam. Voor de monniken het werk startten, waren daar uitgestrekte schorren met een duinenlandschap erachter. Met platbodems en een goed getij was dat een goede plaats om aan land te komen vanuit Engeland. De Sint-Bertijnsabdij gebruikte daar en in die tijd de schorren voor de schapenteelt. Filips van de Elzas zou in 1163 in Grevelingen een havenstad – nieuwstad – stichten. Er bestond dus al iets ouder. Op een stadszegel uit 1244 staat Willibrord op een schip.9 Grevelingen – de novus porta – heette lange tijd ook 'Le port de Saint-Willibrord'. De Willibrordkerk bewaart daar vanaf 1712 het rechter scheenbeen van de heilige als relikwie. Maar de relikwie moet ouder zijn, want de kerk kreeg ze als geschenk van de kerk van St.-Wulfram van het nabije Abbeville. Wulfram – uit het zuidoostelijke Sens – missioneerde ook al onder de Friezen die daar in die streek woonden en was een tijdgenoot van Willibrord. Wulfram werd begraven te Abbeville, maar men bracht later zijn lichaam over naar het Normandische Rouen.

Joep Rozemeyer22 heeft een alternatief voor Grevelingen: Grevingen in Noord-Vlaanderen bij Sint-Anna ter Muiden en Wulpen, omdat hij daar ook een schorrengebied kan aanduiden en doordat deze plaats ook dichter bij de Rijnmondingen zelf ligt.

Hulst

Hulst (Zeeuws-Vlaanderen) kon men eertijds via de Saxvliet binnenvaren. Het oudste zegel van Hulst (1226) toonde Willibrord. De kerk is gewijd aan Willibrord. Rond 1200 bouwde men een kerkje aan de voet van een motte, dat in de vijftiende eeuw werd vervangen door een stenen gotische kerk. Hulst is hier belangrijk omdat de stad een connectie had met Kortrijk.

Deurne

Deurne (Peelland Noord-Brabant). Tot 1795 had Deurne banden met de abdij van Echternach. In de Willibrordkerk heeft men een relikwie bewaard met een 'stukje bot' van Willibrord. Liessel en Zeilberg hebben hun Willibrordkerk en Neerkant een Willibrordput. (Niet te verwarren met Deurne-Antwerpen)

Holland

Vlaardingen, Oegstgeest, Velzen, Heilo en Petten worden beschouwd als moederkerken omdat ze vroeger door Karel Martel en andere christelijke heersers aan Willibrord en aan Echternach geschonken waren.

Aken

In Aken heeft de Sint-Paulskerk een relikwie van Willibrord, een deel van zijn schedel. Maar de vroegste sporen van zijn verering gaan maar terug tot 1632.10

Echternach

In de crypte van de voormalige abdijkerk – nu Willibrordbasiliek – staat officieel de sarcofaag van Willibrord.

Onze-Lieve-Vrouwekerk te Kortrijk.

Kortrijk

De O.L.V.-kerk in Kortrijk11 dateert van 1205. Ze werd gebouwd in de boomgaard van het grafelijk domein. Lodewijk van Male liet een kapel bouwen tegen de kerk aan, de Sint-Catharina kapel, omdat de heilige haar naamfeest had op zijn geboortedag. Vandaar de naam 's graven kapel of kapel van de graaf. De gravenkapel is geïnspireerd op de bovenkapel van de Sainte-Chapelle (1243-1248) op het Île de la Cité in Parijs, met haar vier traveeën en binnenmuren met gotische nissen en veel lichtdoorlatende, verticale vensters. De Sainte-Chapelle was de hofkapel van Lodewijk IX. De kapel in Kortrijk moest voor Lodewijk een Vlaamse versie worden van de koninklijke kapel te Parijs, een verheerlijking en rechtvaardiging van zijn heerschappij, met illustere (legendarische) voorouders. In de nissen van de gravenkapel te Kortrijk schilderde men hun portretten.12

Het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk had een altaar dat toegewijd was aan Sint-Willibrord.13 Maar het belangrijkste i.v.m. Willibrord en Kortrijk is te vinden in de gravenkapel, die nog eens bewijst dat Willibrord thuis hoorde in de Zuidelijke Nederlanden.

De kapel werd al in 1371 vermeld.14 Lodewijk van Male liet deze kapel bouwen om er begraven te worden. Maar Lodewijk stierf in de St.-Bertijnsabdij van Sint-Omaars op 30 januari 1384. Hij werd begraven in de kapel van O.L.Vrouw van de Tralie in de voormalige St.-Pieterskerk te Rijsel. Zijn graftombe daar was klaar in 1455 dank zij de steun van zijn achterkleinzoon, hertog Filips de Goede.15

 

's Gravenkapel Kortrijk

 

In Kortrijk kan men dus de portretten van de eerste Vlaamse graven en roemwaardige gouverneurs bewonderen. Boven hun afbeeldingen bevinden zich 102 (hoek)zwikken met allerlei afbeeldingen die in kleine reliëfs zijn uitgehouwen. Het zijn allemaal juweeltjes die dateren van rond 1370 en die werden gebeeldhouwd uit Vlaamse Avendersteen uit de omgeving van Rijsel.16 De kapel met haar afbeeldingen is belangrijk voor de Vlaamse geschiedenis, want ze diende als – één door de kerk gesteunde – legitimering van het huis van Vlaanderen tegenover het Franse koningshuis. Zeventien (!) van die zwikken vormen een reeks beeldhouwwerken die allemaal over Willibrords leven gaan. Eigenlijk zijn het er twintig, maar drie reliëfs die tussen de afbeeldingen van zijn leven staan, tonen eikenbladen of gefriseerde koolbladeren. De bron was wellicht Alcuinus' Vita Sancti Willibrordi.17

Willibrord staat eerst afgebeeld als een novice, blootshoofds met halflang haar, daarna als monnik met een lange pij en de haren geschoren en ten slotte als bisschop met mijter en staf.18 De originele polychromie is verdwenen en de reliëfs werden – waarschijnlijk in de negentiende eeuw – verguld.19

De auteurs Van Belle en Nachtergaele zitten met vragen i.v.m. de afbeeldingen van Willibrord. Volgens hen was Willibrord in Vlaanderen niet zo bekend en zijn die reliëfs over zijn leven op die plaats nogal merkwaardig. Zij hanteren nog de conventionele aanduidingen van een Willibrord die predikte in het hedendaagse Nederland, Friesland en Denemarken. De auteurs – van het overigens heel interessante boek – zochten koortsachtig naar een verband tussen Kortrijk en Willibrord en vonden een connectie met Hulst in Zeeuws-Vlaanderen. Boudewijn IX stichtte in 1199 het kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk waarbij hij zijn tienderecht op Hulster Ambacht afstond maar waarbij uiteindelijk het Kortrijkse kapittel het recht kreeg om een pastoor te benoemen in Hulst. Die pastoor had dan wel een zitje in het Kortrijkse kapittel. Graaf Lodewijk van Male was Hulst zogezegd heel genegen omdat de stad hem altijd trouw was gebleven en Hulst had in die tijd (vanaf 1269?) een Willibrordkerk. De zwikken waren dus – volgens de auteurs van het boek – een dankbetuiging.

De reliëfs in de zwikken hebben een nieuwe stijl ontwikkeld die vooral in Brabant navolging heeft gekregen.20 De gravenkapel stond zo als voorbeeld voor de (latere) Brabantse gotiek. Ook de invloed vanuit het zuiden (Parijs en Henegouwen) mag niet worden vergeten. Wie een bezoek brengt aan de kapel kan volgende tafereeltjes ontdekken en bewonderen:

1. De droom van Willibrords moeder.

2. Een oude priester verklaart die droom.

3. Willibrord wordt opgeleid in het klooster van Ripon nabij York in Engeland.

4. Hij krijgt de zegen van zijn abt om naar Friesland te vertrekken.

5. Willibrord preekt 'in castello Trajecto'.

6. Zijn bisschopswijding.

7. Willibrord op missiereis (met Willibrordkerkje).

8. Willibrord vermeerderde de wijn miraculeus door zijn staf in een ton wijn te steken.

9. Pepijn II van Herstal stuurt Willibrord naar Rome.

10. Paus Sergius (met schuine tiara) zegent Willibrord als aartsbisschop van de Friezen.

11. Een zegenende Willibrord, getooid als aartsbisschop.

12. Willibrord stopt de pest in een nonnenklooster (Oeren bij Trier?).

13. De zusters danken Willibrord voor het verdwijnen van de pest.

14. Willibrord laat twaalf bedelaars drinken uit zijn veldfles.

15. Willibrord laat een put graven waaruit terstond drinkbaar water welt.

16. Willibrord is gestorven en wordt door drie monniken gedragen (naar zijn graf).

17. De lange doodskist: De kist was eerst te kort, maar door een mirakel lengde de kist en paste het lichaam van Willibrord er perfect in.

(Eigen foto's. De reliëfs waren soms moeilijk te fotograferen zonder statief.)

 

Sint-Niklaas

Ook het leven van Sint-Niklaas kreeg een plaats in die zwikken. Op 8 mei 1087 voer een boot met de stoffelijke resten van Niklaas de haven van Bari (Italië) binnen. Het lichaam werd uit Myra (Turkije) geroofd omdat men hem daar sedert de intrede van de islam die meer mocht vereren. Vanaf dat moment verspreidde zijn verering zich over Europa. In onze streken behoorden Gent en Saint-Nicolas-de-Port in de Moezelstreek tot de vroegste pelgrimsoorden.21

Besluit

Kortrijk en Hulst liggen in Vlaanderen en de christelijke Willibrord had hier een duidelijke rol te spelen. Het bestaan alleen al van die zwikken spreekt de woorden van de auteurs Van Belle en Nachtergaele tegen dat Willibrord in Vlaanderen weinig bekendheid genoot. Dat de reliëfs als 'dankbetuiging tegenover Hulst' een plaats kregen bij de voorstelling van de geboorte van Vlaanderen, lijkt mij niet voor de hand liggend. Dan zouden andere trouwe steden ook een dankbetuiging hebben gehad. De kunstwerken hadden een andere bedoeling. Willibrord was klaarblijkelijk bekend en belangrijk genoeg om met heel zijn leven prominent aanwezig te zijn bij de voorstelling van de oprichters van het graafschap Vlaanderen. Heel de kapel is één grote (middeleeuwse) verheerlijking van het ontstaan en legitimering van het huis van Vlaanderen en Willibrords aanwezigheid ondersteunt die stelling, samen met O.L.Vrouw, Sint-Niklaas en de ridderstand.

 

Willibrord

(open domein Wikipedia)

Voetnoten en bronnen

1. Willigis staat beschreven als zijnde een vrije kerel (ceorl) die later een kluizenaar werd. Voor de betekenis van 'kerel', zie bij 'Kerlingaland' op http://laaglandsinfo.jouwweb.be/gevarieeerde-verhalen/kerlingaland

Hij was volgens 'Dräger' de pater familias van Alcuinus' familie en Alcuinus zou zelfs alles hebben geërfd van Willigis (kerk en kerkelijke goederen). Paul Dräger (ed.), Alcuini Vita sancti Willibrordi; Das Leben des heiligen Willibrord Kliomedia Trier 2008.

2. Vierjarige, volgens andere bronnen

3. Selderhuis Herman, Handboek Nederlandse kerkgeschiedenis: nieuwe druk. VBK Media 2012. Hoofdstuk 3 De kerstening van het noorden.

4. Vita Willibrordi, cap. 9, p. 123, regels 13-14. en cap. 10, p. 124, regels 9-11. Bij De Reu Martine, Willibrord in Nederland: een mythe?

5. De Reu Martine, Willibrord in Nederland: een mythe? p. 8

6. Vanbrabant Luc, Een nieuwe visie op Noordzeevolkeren en wikingen uit de lage landen. Boekscout 2017. Over Willibrord: p. 117-118

7. Vroegmiddeleeuwse teksten en overleveringen waren soms vervalsingen of werden soms foutief geïnterpreteerd. Het SEM-archief bevat de nodige artikels daarover, die om een hernieuwde lezing vragen. Gelukkig zijn die gemakkelijk te raadplegen. http://www.semafoor.info/nl/Archive/RegisterByMagazine juli 2017

8. Trith-Saint-Léger is een dorp dat in 1170 startte als Pont-de-Trith, brug van treht. Waarschijnlijk heeft men toen een brug gebouwd op de plaats waar een trajectum was, dat Famars met Saint-Léger verbond en bij Valenciennes lag. In de Merovingische tijd ontstond Valenciennes aan de monding van de Rhonelle (Rijn-toponiem) met de Schelde. Aan de Schelde bouwde men in de zevende eeuw een eerste kerk die aan Sint-Gorik was gewijd. Tussen 879 en 883 waren er conflicten met heidenen (noordmannen). Bij Valenciennes ligt ook Saint-Saulve, dat eerst 'Brenna' heette maar vervolgens zijn naam kreeg door een martelaar (gestorven rond 768) met de naam Saint-Saulve. Kan 'Saulve' ook een verbastering zijn van 'Salvator'? De plaats heeft ook een Sint-Michielskerk, maar de ouderdom liet zich wegens tijdsgebrek niet opzoeken.

9. Zijn er meerdere zegels bewaard gebleven?

SEMafoor 1,4,13: De stad Grevelingen/Gravelines had anno 1244 het hierboven afgebeelde zegel.  SEMafoor 2,1,26: ... op het oudst bewaarde stadszegel (1406) van Gravelines is Willibrord als bisschop afgebeeld , staande in een schip, met eromheen de tekst: "Sigillum Sancti Willibrordi de neuport ad Gravenige". Bij de 'Collection de moulages de sceaux des Archives générales du Royaume' (Rijksarchief België) staat bij een foto van het zegel 'Empreinte de sceau de ville de Gravelines' met daarbij het jaartal 1328.

10. http://st-matthias-gemeinschaft-st-paul.kibac.de/echternachwallfahrt/willibrord augustus 2017

11. Van Belle Ronald, Nachtergaele Vic, Klein beeldhouwwerk uit de late middeleeuwen. De zwikken van de Kortrijkse Gravenkapel. KGOKK, uitgeverij Groeninge Kortrijk 2016

12. Voor enkele afbeeldingen van de eerste (legendarische) gouverneurs en graven, zie  http://laaglandsinfo.jouwweb.be/gevarieeerde-verhalen/waldheren-en-vorsten-van-vlaanderen

13. Van Belle, p. 123-141

14. Wikipedia op https://nl.wikipedia.org/wiki/Gravenkapel_(Kortrijk) juli 2017. Citaat: Uit 1371 dateren drie pauselijke oorkonden waarin de kapel vermeld wordt die graaf Lodewijk van Male ... heeft laten bouwen te Kortrijk. De aanvang van de bouwwerken van de kapel mag dus waarschijnlijk kort voor 1370 gesteld worden.

15. Op: http://www.dbnl.org/tekst/_bie001197301_01/_bie001197301_01_0001.php juli 2017

16. De originele Avendersteen (Avennissteen, Avendersteen, Avendelsteen of steen van Avennys) kwam uit het (nu Franse) Henegouwse Avesnes-le Sec. De krijtstenen van Loos en Lézennes bij Rijsel werden ook Avendersteen genoemd. O.a. bij Tolboom H.J. en Dubelaar C.W, Avendersteen in Nederland. Bulletin KNOB 108 (2009)5-6, p. 174

17. Van Belle p. 125. De andere reliëfs tonen ons scènes uit het leven van Maria en het kind Jezus, uit het legendarische levensverhaal van Sint-Niklaas en uit een riddertornooi. Andere afbeeldingen zijn gevarieerd en tonen ons dieren, planten, monsters, engelen, hybriden, enz.

18. Van Belle p. 169-170

19. Van Belle p. 10

20. Van Belle p. 194

21. Saint-Nicolas-de-Port: In de elfde eeuw wordt daar voor de eerste keer een reliek vermeld, een kootje van zijn rechterhand. In 1101 wordt een kerk aan hem gewijd. Saint-Nicolas-de-Port heette eerst achtereenvolgens Portus, Port, Saint-Nicolas-de-Myre, Saint-Nicolas. Op https://fr.wikipedia.org/wiki/Saint-Nicolas-de-Port  en  https://de.wikipedia.org/wiki/Saint-Nicolas-de-Port  september 2017

Gent: De kerk werd vermoedelijk gebouwd tussen 1038 en 1140, datum waarop Sint-Niklaas als onafhankelijke parochie bekend is door de Sint-Pietersabdij. Uit een archeologische studie van Prof. De Smidt blijkt dat een eerste stenen romaanse kerk met drie beuken zou opklimmen tot de 11de eeuw. Citaat uit https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/25149 september 2017

22. Rozemeyer Joep, Kroniek van Trajectum. Papieren Tijger Breda 2013.

23. 'Denen' staat tussen aanhalingstekens om ze niet te verwarren met de latere Deense heersers uit Denemarken, nazaten van laaglandse Denen uit de Nederlanden.

Maak jouw eigen website met JouwWeb