Niet alle wikings gingen naar Scandinavië

Denen op weg naar Engeland

(Landing of Danes, Miscellany on the life of St. Edmund

England, Bury St Edmunds-ca. 1130-The Morgan Library & Museum)

 


Reactie op een artikel uit ' De Standaard' van 18 september 2020

Niet alle Vikings kwamen uit Scandinavië

Wie het artikel niet kon lezen, kan een mailtje sturen...


 

 

Niet alle wikings gingen naar Scandinavië

 

Subtiele veranderingen in de titel verraden een heel andere aanname dan het krantenartikel. De wikingtijd, tussen 750 en 1050, was de periode dat nogal wat schepen met uitwijkelingen, handelaars en piraten Europa doorkruisten. De vele plundertochten werden vooral beschreven door 'de vijand'. Er waren even veel, zo niet meer geweldloze nederzettingen dan conflictueuze. Al zo'n zes jaar probeer ik in Vlaanderen met boeken en artikels een nieuwe invalshoek over de wikings te geven zodat de geschiedenis in de tweede helft van het eerste millennium logischer in elkaar steekt. Ik schrijf nooit over Vikingen maar over wikingen of wikings en dat heeft zijn reden. Ik besef dat het over aannames gaat, maar bij alle andere onderzoekers is dat ook zo.

Enkele jaren geleden kreeg ik mijn DNA-resultaat binnen met de post. Zover ik kon vinden was ik geboren uit Vlaamse voorouders. Dit was het resultaat: Scandinavisch 54,3% Brits-Iers 26,7% en Iberisch 19%. Ondertussen is voor het Scheldegebied een significant % aan 'Scandinavisch DNA-materiaal' teruggevonden. Maar kunnen we de zaak niet omkeren? Laten we niet zoeken hoeveel Noormannenbloed er terug te vinden is in het DNA van de West-Europese bevolking, maar hoeveel West-Europees of niet-Scandinavisch bloed er gevonden is bij de noorderlingen. Zo hebben de Scandinaviërs dan 54,3% gemeen met iemand uit het Scheldebekken!

Denen zijn niet altijd Denen. De Scandinaviërs waren in zoverre Denen omdat de oude denen tot daar zijn geraakt. Die mengden zich met de autochtone bevolking, waarbij ze de taal beïnvloedden, toponiemen meebrachten en een aantal belangrijke dynastieën stichtten. Die kleine groep die zou heersen over de autochtonen was zo een klein maar belangrijk percentage. Later werden ze door de historici meestal niet meer voor oude denen maar voor Deense Denen aanzien. Denemarken was dan letterlijk de grens of mark tot waar de denen woonden. De denen waarvoor ik steevast een kleine letter gebruik, zie ik als mensen die in de lage landen woonden, in uitgegraven half verborgen hutten, op laag land, in valleien, enz. Allemaal eigenschappen die etymologisch verborgen zitten in de woorden 'den' of 'deen'. Door de missioneringen in het eerste millennium en omdat de meeste denen laaglandse heidenen waren, moest iedereen die vrij en heiden wilde blijven vluchten. Vandaar hun naam: wikings, wat zoveel betekende als (uit)wijkelingen. Neem daar nog de stammentwisten bij en er was heel wat beweging op zee. Die migranten settelden zich rond heel de Noordzee, kwamen (met geweld) terug en lieten Vlaanderen en omstreken wat gespaard omdat velen vandaar afkomstig waren. Dat er in twee Vikingschepen onder de 34 lichamen vier broers, een oom of achterneef waren, staaft mijn aanname. Daarom is het begrijpelijk dat op het Deense eiland Funen iemand begraven ligt die familie is van een man uit Oxford.

Pas op het einde van die tijd kan men spreken over Scandinavische wikings omdat de nieuw-gesettelden met hun inlandse Noord-Germaanse buren terugkwamen naar het zuiden. Lees ook mijn artikel op academia.edu over de 'rus', die in oorsprong de Zuid-Vlaamse kust bewoonden. Het woord 'rus' betekende 'riet'. De rus waren dus rietbewoners in de moerassige streken van anderhalf millennium geleden. Ook zij moesten zich aanpassen of vluchten. De meesten gingen via het noorden naar het zuidoosten, het latere Rusland. Historicus Omeljan Pritsak verduidelijkt, zoals ik ook doe, dat er rus uit West-Europa kwamen.

Vandaar ook het ontdekken van 'stranger-kings' in Scandinavië. Zij kwamen (volgens mij uit het zuiden) als vreemden voor de plaatselijke bevolking. Hun DNA verschilde met die van de autochtonen. Een mooi voorbeeld daarvan waren koning Knoet, Harald Blauwtand en Swein Gafffelbaard. De laatste twee liggen begraven in de dom van Roskilde. Het DNA-materiaal van alle drie toont aan dat ze vreemdelingen waren tussen de lokale bevolking. Dat de autochtonen in Scandinavië hun geschiedenis later zouden spiegelen aan de verhalen van het volk van de 'Stranger Kings' is gemakkelijk te begrijpen. Snorri haalde daar een beetje zijn mosterd vandaan.

Als DNA-materiaal kan worden bestudeerd van mensen uit de wikingtijd hier bij ons, zou het normaal zijn dat we stoten op veel West-Europees DNA en niet op Noord-Europees DNA, toch niet in de beginfases toen de omzwervingen nog miniem waren.