Le Mont Saint-Michel

 

 

('le mont Saint-Michel' voor de rots, 'Le Mont-Saint-Michel' voor de gemeente)

 

 

 

Deze wonderlijke plaats in Normandië aan de grens met Bretagne heeft een heel boeiende geschiedenis. Het onderwerp heeft al honderden schrijvers kunnen bekoren. Vanaf de poort aan de voet werden gedurende eeuwen huizen tegen de rots gebouwd en bovenop troont een prachtige abdij, geborgen in drie opeenvolgende gordels van dikke muren. Hier focussen we ons op de relaties die de abdij had met zijn noorderburen. Tot rond het jaar 1000 spelen Vlaanderen en het Germaanse westen een rol in de ontwikkeling van de abdij. De streek rond de abdij kent heel wat Germaanse toponiemen die ook in Vlaanderen terug zijn te vinden, of misschien zelfs daarvandaan kunnen komen.

 

De oudste naam voor de plaats is Tumba (850): (heidense) grafheuvel
De oudste attestatie van ‘Tumba’ in Vlaanderen is 726: Tombeek (tumbabeki ? *Tombebeek ? 726) Er zijn ook nog Tomt (tumbothu *Tombede 970) en Tomme.
Heel wat christelijke heiligen vertonen overeenkomsten met Egyptische, Griekse en Romeinse goden. Heidense heiligdommen lagen dikwijls op de top van een heuvel. Later werden op die plaatsen gebedshuizen gebouwd waar de aartsengel Michaël dikwijls voorkwam als symbool van overwinning op het heidendom.(1) Zo ook op Tumba.
Na de kerstening kreeg de rots haar huidige naam: Montem Sancti Michaelis in 966, Sancto Michaeli de Monte in 1005, enz...

 

De mont Saint-Michel in de 19de eeuw

 

De abdij van Mont Saint-Michel werd rond 700 gesticht door de Germaan 'Aubert', die vooral eenzaamheid zocht.(2) In 708 begon Aubert een kerk op de rots te bouwen. De patroonheilige werd natuurlijk Sint-Michiel, de draken- of duiveldoder. Op de granieten rots van 'Tumba' verscheen zijn beeld om de heidense omgeving wakker te schudden en iedereen aan te manen om zich te bekeren zodat ze niet hetzelfde lot zouden ondergaan als de overwonnen duivel.

Die aartsengel Michaël verscheen heel veel in gebieden waar men nog sterk heidens leefde of dacht. Vandaar wellicht de vele afbeeldingen in Vlaanderen, waar o.a. de Saksen niet zo happig waren om van geloof te veranderen, en vandaar wellicht de afbeelding op de berg. Zij waren een waarschuwing dat er streng zou worden geoordeeld en dat de duivel verslagen diende te worden.(3)

 

Northmanni hadden zich, net als vele Saksen, ook nog niet bekeerd en waren bovendien geïnteresseerd in de rijkdommen van kloosters en kerken. Door hun 'vastberadenheid in hun zoeken naar buit' waren ze voor de kerk een erge vijand. Die vernielingen van kerken en abdijen door de Northmanni maar ook doordat veel monniken in de 10de eeuw de strenge regels niet echt meer zagen zitten, zorgden voor grote hervormingen binnen de kerk: Verdedigen en restaureren! In de Mont-Saint-Michel kwam iemand uit Vlaanderen: Meinhard (Meginhard, Maynard, Mainard, Mainardus). Hij was een monnik van Sint-Pieters (22) op de Blandijnberg te Gent en leerling van Gerardus van Brogne .(4) Gent was in de 9e eeuw heel belangrijk, ook bv. voor Lodewijk de Vrome. Einhard, de biograaf van Karel de Grote, werd daar tot abt van twee abdijen benoemd. Over de St.-Michielskerk in Gent is in een charter van 1105 sprake van een kapel gewijd aan Michaël en geplaatst onder het patronaat van de abt van St.-Baafs.

Meinhard werd geboren in de tiende eeuw en stierf op 16 april 991. Meinhard was eerst abt geworden van St.-Wandrille te Fontenelle in 959/960. Hij kreeg toestemming van hertog Richard II om de abdij te hervormen naar Gerards ideeën. Enkele van zijn verwezenlijkingen waren het herstellen van de kerk, de slaapzaal en de eetzaal. Volgens de traditie, beschreven in de 'Inventio' (5), vertrekt hij naar de Mont-Saint-Michel. De Inventio vermeldt dat de hertog hem naar de berg doet vertrekken. Hij zal op de berg een nieuwe abdij stichten volgens de regels van Benedictus (965-966). In de schriften komt hij naar voor als Saks of Normandiër, een Saksische Normandiër dus, zoals er veel waren.(6) Meinhard bracht van alles mee uit Gent, manuscripten, charters, voorwerpen, relieken...en een nieuw 'huisreglement'. Onder de manuscripten zat misschien wel een Germaanse versie van het Roelandslied.

Onder zijn impuls keerde het tij op de berg. De vijfentwintig jaar waarin Meinhard aan het hoofd stond van de Mont-Saint-Michel waren een periode van regelmaat, harmonie en vrede. Hij wist hoe hij het respect en de genegenheid van iedereen, regulier of seculier, kon winnen. en zo werd hij de eerste benedictijner abt van Mont St. Michel (965-991).(7)

 

De 'restauratie' in 966 van de Mont-Saint-Michel lag dus bij een discipel van Gerard van Brogne, maar alle eerste abten hadden een duidelijke band met het noorden. De benedictijnen van de berg zouden later een grote invloed uitoefenen op de intellectuele ontwikkeling van Europa. De beweging van Gerard had ook overal volgelingen. De abdij van Saint-Ouen in Rouen hervormde zich op eenzelfde manier en in Engeland liet Dunstan van Canterbury zich beïnvloeden, wellicht door zijn verbanning naar St. Pieter in Gent tussen 955 en 957. Gentse monniken woonden bv. de beroemde raad van Winchester bij in 970 waar de verschillende monastieke gebruiken op schrift werden gezet, met aandacht voor de ideeën van Gerard van Brogne (Regularis concordia).

Hervard, een monnik van de Mont-Saint-Michel heeft in een manuscript (la liste de Fleury) een namenlijst van 50 levende en 30 gestorven monniken neergeschreven. Dat geeft ons een mooi beeld van de samenstelling van de abdijbevolking rond het jaar duizend. Daarnaast bestaat ook een martyrologium-necrologium van de abdij, in de 13de eeuw gekopieerd en bewaard in de bibliotheek van Avranches (ms 214). De namen op de dodenlijst van Fleury zijn ook terug te vinden in het martyrologium. In de lijsten van de monniken uit de tijd van Meinhard I en II (8) zijn, buiten de Bretoense Gleuloes, geen enkele Scandinavische of Franse naam te vinden. De monniken hebben allemaal Frankische namen! Eén monnik is identificeerbaar als Hervard, een vroegere monnik van de abdij, die later abt werd te Gembloers en er stierf in 991. Keats-Rohan (8) beweert dat onder de lijst van nog levende monniken één Engelse naam, Godwin, is te vinden en twee namen die of Engels of Scandinavisch of Anglo-Deens zijn (Osmund en Osbert). Waarom niet gewoon Germaans? Die namen kwamen voor in alle Germaans sprekende gebieden, ook in Vlaanderen. Ansquetil en Ansfred herkent ze als Scandinavisch.(9) Toch kan ze niet anders dan besluiten dat de abdij rekruteerde uit de Frankische adel en later de Normandische adel, met hier en daar een Bretoen.(10) De volgende abten heetten Meinhard, Hildebert, Almod, Theoderik, Suppo, Radulf, Ranulf... De studie van de documenten helpt ons ook bij een onderzoek naar een relatie met onze streken. De inscriptie, in het necrologium en martyrologium van de abdij, van verschillende personages en regio's, bevestigt de invloed van Gerard van Brogne en dus ook Meinhard van Saint-Wandrille en levert het bewijs van de banden tussen Vlaanderen en de Mont Saint-Michel: Men vindt de namen van de moeder van Arnulf I van Vlaanderen, Alfrida, en van een Ierse abt (Columban) die zich had teruggetrokken in de abdij van Sint-Bavo te Gent. Toegegeven, men kan bezwaar maken dat de abdij relaties had met een groot aantal abdijen en dat de aanwezigheid van deze namen geen onmiskenbaar bewijs zijn van herinneringen aan mensen uit de regio van Mainard. Belangrijk is dat de namen behoren tot de weinige namen van mensen die worden vermeld en die zijn gestorven vóór de dood van Gerard van Brogne. Ook Katharine Keats-Rohan benadrukt de oude banden tussen Engeland, Vlaanderen en de abdij, wat het noteren van Alfrida in de necrologie verklaart. Zij werd begraven in de St.-Pietersabdij in Gent vóór de hervorming van Gerard van Brogne. Alfrida kon worden opgenomen in de lijst, na de komst van Meinhard in Saint-Wandrille.(14)

 

Het scriptorium van de abdij lijkt bijna onmiddellijk na de komst van de nieuwe Benedictijnse gemeenschap actief te zijn geweest.(11) Het is waarschijnlijk dat deze snelle verandering voor een groot deel te wijten is aan de persoonlijkheid van de 'Gentenaar' Mainard en de raadgevingen van Gerard van Brogne. Misschien was wat hij mee had uit Gent (of Torhout) belangrijk genoeg om de intellectuele ontwikkeling opnieuw kracht te geven. Kon daar een zekere Turhold tussen hebben gezeten? Die 'Turhold' is bekend als schrijver van het Roelandslied.

 

Deus dist li Reis si penuse est ma vie

Pluret des oilz, sa barbe blanche tiret...

Ci falt la Geste que Turold(us) declinet.(21)

 

Wellicht zitten we op die manier weer in Vlaanderen, waar monniken uit Torhout met Meinhard hebben kunnen meekomen naar de Mont-Saint-Michel. Zij introduceerden misschien het pas vanaf dan geattesteerde toponiem 'Torhout' (12) in Normandië. Dat kan zijn gebeurd door het succes van het lied, zeker toen de Franse vertaling beroemd werd. Die verloren geraakte Germaanse versie (19) werd veel later (minder goed) herschreven vanuit de Franse versie.

Het Roelandslied werd gezongen toen Willem de Veroveraar naar Engeland vertrok. De abdij steunde in 1066 Willem met onder andere zes goed uitgeruste schepen. Dat daarbij wat opkikkerende hulp van het Roelandslied zat, lijkt heel aannemelijk. Ook bij zijn huwelijk met de Vlaamse Mathilde moet dat lied hebben geklonken, al was het maar uit beleefdheid tegenover Mathildes streekgenoot en held, Roeland. En hebben de Westelijke Saksen die Roeland ook niet bekend gemaakt in het oostelijke Saksenland (nu Duitsland)? Denk maar aan de vele roelandbeelden op de marktpleinen, waarvan dat van Bremen wellicht het bekendste is.

Bij de dood van Roeland vermeldde Turhold de mont-Saint-Michel (v. 1427-1430) als één van de grenspunten van het Frankenland.

 

E terremoete ço i ad veirement :
De seint Michel del Peril josqu'as Senz,
Des Besunçun tresqu'as de Guitsand,
     Non ad recet dunt del mur ne cravent. (13)
          

 

 

 

Opmerkelijk is, hoe rond het eiland, in de baai van de mont Saint-Michel, naast andere, ook een heel aantal woorden te vinden zijn van Nederlandse, Saksische, Friese... afkomst, of die verwante toponiemen hebben in het noorden.

Een paar voorbeelden:
-de polders (les polders) Een woord uit Vlaanderen dat land aanduidde dat door monniken op de zee is gewonnen. Het kan niet anders of dat monniken uit Vlaanderen hier met hun kennis kwamen om de streek in te polderen. De oudste polders in Europa zijn te vinden achter de Vlaamse kust. Aan de Nederlandse kust startte men een eeuw later. De laatste grote inpoldering in de baai van de mont Saint-Michel besloeg 2800 hectare met een kanaal van 5600 m en gebeurde door een Nederlandse onderneming, Mosselman en Donon', die de werken klaarden in 1934.
-slikke (la slikke)
-schorre (la schorre, ook 'présalé' genoemd)
-tange (la tangue, tanga, tanque): Zilvergrijs sediment langs de kust van het Kanaal, vooral bestaande uit fijn zand en slib. (op: http://atilf.atilf.fr/ )De 'tangues de la baie du mont Saint-Michel' werden traditioneel gebruikt in de landbouw als deel van de bemesting.
Het Oudfranse 'tanque' is een ontlening aan het Oudnederlands. (volgens INL)
Nederlands: tanga tange: Tangvormige landtong
Nederlands: tange, in Nederland de benaming voor een zandige hoogte of zandrug.
Toponiemen in België: Ter Tangen (tanga *Tange bij Grimbergen)
Toponiemen in Nederland: Boertange, Borgertange (Vlachtwedde) Zandtange (Onstwedde) Hanetange (Ter Apel) en Kloostertange.
-land (Île des Landes)
-dic, dijc, dijk (la dique, la digue)
-cogelunde/cochelunde: ingedijkt land (Quokelunde, forêt de Coglès, wat past bij de inpoldering in de buurt)
-strand (l'estran. denk ook aan het West-Vlaams 'strange' voor strand)
-bare baar, zeegolf (la barre)
-d'oevers, de klare douves, de klare dubbele oever (La Claire Douves)
-bek bec, bij INL: driehoekig perceel in een scherpe hoek van een weg of van twee samenlopende wegen (bec d'Andaine). Niet te verwarren met 'bec', beek, dat ook overal is te vinden.
-zee (La Sée, La Sélune) en Zeeland, land tussen water en aarde, in de buurt van de zee? (Selant Sellant: Celland, ligt aan de 'zeerivier': La Sée) Eén enkele maal staat 'Serland' wat kan duiden op 's Herenland'. (16)
-doorn (Pointe de roche Torin/Thorin)
-tombe (Tumba)
-Alboldi, brug van Alboldi (Pontaubault)
-groen, groeien, of van de naam 'gerwin', speer-vriend (Le Grouin du sud, La pointe du Grouin)
-Wilmond (Guilmont Guimond...) wil-bescherming (La Rue Guimont)
-Huis van Baldwin (La Chaise-Baudouin, met Vlaamse connecties en Saksische toponiemen (15)
-Culvert, Saksische naam, zie bij 'persoonsnamen' (dorp 'Cuves')
-Godfried (La Godefroy)
-Kruisland (Crollon) Crolum 1186 Croilon 13de eeuw Crolon 1369, kruis (croi croy crois... en land/lund/lond)
-holm, eiland (Veel holm- toponiemen: holm, hom, homme, hommet, hommeela, hulmus, houlme..)
-bolle (Bouillon, heer van Bouillon, heette Baldwin van Boillon/Boillun.)
Hij deed mee aan de Normandische invasie in Engeland.
 
 


 
1. Dit houdt verband met de verschijning van de aartsengel in 493 op de berg Gargano in Italië, waar hij de bisschop van Siponto gelastte een kerk te bouwen te zijner eer. De Mont-Saint-Michel, op de grens tussen Bretagne en Normandië, is daar een ander voorbeeld van.
2.Volgens een legende verscheen de aartsengel Michaël aan Aubert. Michaël beval de monnik tot drie maal toe om op die plek een kerk te bouwen.
3. Bij een bezoek aan de abdij vroeg de gids zich toen af waarom de Mont Saint-Michel vrijwel de enige plaats was in Frankrijk die Sint-Michiel als patroon heeft. Misschien speelde Vlaanderen, hier een rol, want heel veel parochies bij ons hebben een Sint-Michiel als patroonengel! Meinhard kwam ten slotte uit Gent waar Sint-Michiel al aanwezig was met een kapel/kerk.
4. Gerardus van Brogne (± 890-959) is geboren in het dorpje Stave bij Mettet (België). In de buurt stichtte hij de 'bronnenabdij' van Brogne (Bronium Monasterium in 914, nu Saint-Gérard, Mettet in de provincie Namen). Hij was nadien nog abt in verschillende abdijen, waaronder de beide abdijen in Gent (Sint-Baafs én Sint-Pieter), de Sint-Bertinusabdij in Sint-Omaars en de abdijen van Mouzon en Elnone (Saint-Amand-les-Eaux.) In 937 stelde Arnold, graaf van Vlaanderen, Gerardus aan als abt van Sint-Baafs om de 'verstrooide' monniken weer op de goede weg te helpen (20 p 205). In 953 begon Gerard abten te kiezen voor de kloosters waar zijn hervorming aansloeg (20) p 206). Gerard liet duidelijke sporen na in het kloosterleven in West-Europa, vooral omdat hij overal de regel van de heilige Benedictus invoerde of deed invoeren.
Dierkens, Alain, Abbayes et Chapitres entre Sambre et Meuse: (7e—11e siècles); contributions à l'histoire religieuse des cam-pagnes du Haut Moyen Âge, J. Thorbecke, 1985. p244-245
5. Inventio et miracula Sancti Vulfranni (abdij van Saint-Wandrille)
6. De namen blijven familiebanden aanduiden. Willem van Saint-Pair zei dat Meinhard van de Mont-Saint-Michel een Normandiër was. Maar Jean Laporte (18) schrijft dat Meinhard (Meginhard) van St.-Wandrille misschien de jongste zoon was van Wichman I, graaf van de Saksische familie van de Billungen en van Geva, dochter van graaf Meginhard. Hij zou dus Wichman II, graaf van Hamalant en schoonzoon van Arnulf I van Vlaanderen, als broer hebben gehad. Wat volgens mij niet klopt met info uit Wikipedia. Die vermeldt een Wichman IV (II voor de Duitsers) (+974, zoon van een Meginhard IV van Hamaland en Zutphen, zoon van Everhard Saxo) en Liutgarde (dochter van Arnulf I van Vlaanderen) als eerste graaf van het kasteel van Gent. Samen met Arnulf I (en keizer Otto) stichtte hij de Sint-Baafsabdij van Gent opnieuw. Wichman werd voogd van de Sint-Baafsabdij en in 956 ook voogd over de goederen van de abdij van Sint Omaars. De L'Espinoy (17) praat alleen over Sint-Pieters van Gent. Een andere dochter van Arnulf I, Elftrude, trouwde met een 'Normand' of 'Danois', de graaf van Guînes. Met al die informatie is het best mogelijk om verward te raken of iemand Saks, Deen of Normandiër was.
Op: http://fr.wikipedia.org/wiki/Maynard_Ier#cite_ref-NMVGW_1-0 
7. http://fr.wikipedia.org/wiki/Maynard_Ier  (augustus 2014)
8. Les fondations scandinaves en Occident et les débuts du duché de Normandie: colloque de Cerisy-la-Salle, 25-29 septembre 2002 Actes publiés sous la direction de Pierre Bauduin Publications du CRAHM, Caen 2005, p 195 e.v: Keats-Rohan Katharine S.B, Francs, Scandinaves ou Normands? Aperçus sur les premiers moines des monastères Normands.
9. Zie bij 'Normandië, persoonsnamen'.
10. In andere abdijen die zich in hetzelfde tijdperk hervormden bestonden de abten ook uit Franken.
11. Lethielleux P, Millénaire monastique du Mont Saint-Michel, Volume 2, 1967 p 204
12. Historici houden het bij het Noorse 'Thorvaldr' als oorsprong van de volgende plaatsen: Turretot Trouville (Seine-Maritime, Thorouvilla 1240) Bourgtheroulde (Thouroude, Théroude, Throude, Troude). Maar die naam is niet te traceren. Waarom zouden Normandiërs vanaf de elfde eeuw een heidense naam kiezen wanneer ze al waren gekerstend? Neen, ze kozen voor een christelijke naam.
De toponiemen bij ons zijn Torhout (Turholt, Thoroaldi, Thoraldi, Thoroud, Thorout...), een niet meer gekend Tornault en Dormaal (Tormale). Familienamen bij ons: Torwald, Thorwald, Thor, Tor, Torre, Torhoudt, van Thourhout, van Torhout, Vamtourout, Torhaut, Thouroude, Troude. en van Turnhout (Debrabandere F, Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk, L.J.Veen/Het Taalfonds 2003)
Er bestaat een adellijke familie 'Thorold' in Engeland, heren van Marston.
Willem de veroveraar krijgt een 'Turhold' als huisleraar en Mathilde van Vlaanderen wordt voor haar huwelijk opgewacht te Eu, door een kastelein die 'Turhold' heette.
13. Louis René. La grande douleur pour la mort de Roland . In: Cahiers de civilisation médiévale. 3e année (n°9), Janvier-mars 1960. pp. 62-67.
Buiten de berg staan nog de namen 'Xanten, Besançon en Wissant' vermeld.
14. Gazeau Véronique, Normannia monastica, Volume 1 Publications du CRAHM, 2007 -p 207
15. La Chaise-Baudouin (Boscus Baldonii/Baldoini, Cathedra Balduini Casa Balduini 1735 Chèze-Baudoin)
De naam komt van Baldwin van Meulles/Moels (+1090) ook Baldwin fitz Gilbert. Hij leefde volgens het 'Domesday Book' als Baldwin the Sheriff, heer van Meules en Sap in Normandië, heer van Okehampton in Devon, waar hij sheriff was. Met de naam Baldwin zitten we weer met 'Vlaamse' connecties. Baldwin is een typische naam die voorkomt bij de Vlaamse adel. Rond 1041, als gevolg van hofintriges in Normandië, werd Gilbert De Brionne vermoord door Robert Giroie en Raoul de Gace. Twee kinderen, Richard en Baldwin, werden meegenomen door hun voogden naar Vlaanderen waar ze onder de bescherming van graaf Boudewijn waren. De heerlijkheid van Brionne ging over naar Guido van Bourgondië. Wanneer die revolteerde (1047-1049) nam Willem de Veroveraar zijn kasteel af. Na het huwelijk van de hertog met Matilda van Vlaanderen, kwamen Baldwin en Gilbert terug naar Normandie uit hun ballingschap in Vlaanderen. Op verzoek van zijn schoonvader Boudewijn van Vlaanderen, schonk Willem verschillende plaatsen aan de twee broers: Meules, Le Sap en het bos van Avranchin voor Baldwin en Bienfaite en Orbec voor Richard. Brionne bleef in handen van de hertog. (Wikipedia http://fr.wikipedia.org/wiki/Baudouin_de_Meules )
Saksische toponiemen in de buurt:
Les Hogues (hoge) Les Landes, Les Landières (land) les Landelles (landdelen) Le Celland (zeeland) Le Friland (vrij land) Le Theil, (deel) Delles (deels/delen) Montheil (mijn deel) Wast (woest woestenij)...
Bron: Le Héricher Édouard, Avranchin monumental et historique Avranches 1845 p 249-256
16. Mogelijk andere 'Saksische' namen i.v.m. de zee die Le Héricher (hierboven) opnoemt. Ik plaats ze hier omdat ze nog beter moeten worden bestudeerd: malinas-ledones (eb- en vloedbeweging: malen? en ledigen?) houles (draaikolken: holen) lises (drijfzand: verwant met glissen/glijden?) paumelle (pal/pel melle: mul/zand) morte-eau (letterlijke vertaling van dood tij) Sande (Pontorson)...
17. de L' Espinoy Philippe, Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres, contenant l'histoire genealogique des comtes de Flandres, avec une description du pays (etc.) Vefue Marc Wyon, Douai 1632 (Google eBoek)
18. Volgens Wikipedia.fr: Dom Jean Laporte, moine de Saint-Wandrille, Saint Germain, Apôtre du Cotentin martyrisé dans le Val de la Bresle, 1959
20. van Vaernewyck Marcus, De historie van Belgis: of, Kronyke der Nederlandsche oudheyd, behelsende alle de gedenkweerdigste en wonderlykste dingen, die, van het begin der wereld tot ontrent desen tyd, in alle gewesten der aerde, maer voornaementlyk in dese Nederlanden, voorgevallen zyn ... Uitg. C.J. Fernand Gent 1784 (Google eBoek)
21. Gautier Léon, La Chanson de Roland Édition critique, Alfred Mame et fils, Tours, 1872
22. Merkwaardig hoe de parochiekerk, uit de tijd van Meinhard, een Sint-Pieterskerk is.
Une église paroissiale consacrée à Saint Pierre se dresse à mi-hauteur de la rue principale. Elle est de fondation monastique, et est due à la communauté religieuse qui occupait les lieux avant 966. (citaat te vinden op http://baz-arts.pagesperso-orange.fr/page9.htm#L'EGLISE PAROISSIALE september 2014)